Moet je je al zo vroeg in het nieuwe jaar zorgen maken? En dat is dan nog maar één ding. Een ander ding is: moet je je zorgen met een ander delen? Iedereen heeft volgens mij genoeg aan zijn eigen zorgen. Zoals elke dag genoeg heeft aan zijn eigen kwaad. Eerst dacht ik nog, moet dat woord wel de blikvanger zijn? Volgens mij zit niemand op zorgen te wachten. Je gaat ze even snel uit de weg, zoals je een bekende met ernstige zorgen schielijk uit de weg gaat, die je in je ooghoeken spot tijdens het winkelen.    

En trouwens, wat zijn zorgen? Het kan zorgen voor, maar het kan ook zorgen om iets of iemand zijn. Is het zorgen voor je dagelijkse brood of zijn het zorgen die je een gevoel geven van ‘uitlandig’ te zijn? Niet thuis in je eigen huis, zeg maar. In de taal van het geloof wordt dat gevoel ook wel ‘ellende’ genoemd. Je weet wel (hoop ik), van de bekende preektrits ‘ellende – verlossing – dankbaarheid’.  

Hoop ik, zette ik tussen haakjes. Maar nu ik erover doordenk, hangen mijn zorgen daarmee samen. Het is een uitlandig gevoel. Het gevoel dat ik niet meer thuis ben in de kerk. Omdat ik geraakt wordt door heel veel mensen die zich al heel lang uitlandig voelen. En daarom niet meer naar de kerk gaan. Omdat ze er niemand meer ontmoeten die van hen houdt. Want dat is toch wat heel erg bij thuis-zijn hoort; de plek waar je ervaart dat er van je gehouden wordt. 

Daarom ga ik ook niet meer naar de kerk. Daarvoor hou ik teveel van mijzelf… 

Hou ik eigenlijk wel van mezelf? Is dat het, waar ik me zorgen om maak? O, ik ellendig mens! Wie zal mij verlossen?

Plaats een reactie